Liefde is onvoorwaardelijk geven. Als ouder geef je liefde, warmte, tijd, aandacht aan je kinderen. Zonder iets terug te verwachten. Je kind kan daardoor ervaren dat hij al dat geven waard is. Hij voelt in heel zijn lijf dat hij geliefd is. Hij weet dat hij er helemaal mag zijn zoals hij is. Hij kan op je bouwen. Tenminste, in een ideale situatie. Maar helaas, wij zijn niet ideaal en slaan de plank heel vaak mis. Zoals gisteren. Roos vroeg blij: ‘wil je met me stoeien op het grote bed?’ En ik antwoordde: ‘ja, als je eerst al het speelgoed in de kamer opruimt.’ Ze was gelijk een stuk minder enthousiast.
Tandenpoetsen met de BeeGees
Herkenbaar? Ik merk dat ik regelmatig de vraag van een van de kinderen om iets samen te doen, gebruik om iets anders voor elkaar te krijgen. Zoals opruimen, aankleden, schooltassen inpakken etc. Nog een voorbeeld. Na een lange autorit muziek luisteren op mijn iPod heeft Noek de BeeGees ontdekt. Mompelend zingt hij van onder de koptelefoon mee met Tragedy en Stayin’ Alive. En nu wil hij graag dat ik een liedje van de BeeGees zing voor het slapen gaan. ‘Als je dan vanavond snel je pyjama aantrekt en een beetje opschiet met tandenpoetsen.’ Ik wil hem best iets geven, maar alleen als hij eerst iets anders doet. Praktisch en effectief, maar echt lekker voelt het niet.
Overvloed, vertrouwen en een fijne dag
Vorige week had ik een boeiend gesprek met Robbert Vesseur. Hij is initiatiefnemer van De Geefeconomie . Robbert wil een wereld creëren van overvloed en vertrouwen. Ook gaat hij in Nijmegen regelmatig op pad met de ‘De Gulle Gevers’. Met veel enthousiasme wensen ze winkelende mensen een fijne dag. Of ze delen rozen uit aan automobilisten bij een stoplicht. De reacties die ze krijgen zijn hartverwarmend.
Het verhaal Robbert inspireerde me om eens goed naar mijn eigen voor-wat-hoort-wat-gedrag te kijken. Als Robbert onvoorwaardelijk kan geven aan toevallige voorbijgangers, dan moet ik toch ook onvoorwaardelijk kunnen geven aan mijn kinderen? Want ik wil niets liever dan dat zij voelen dat er onvoorwaardelijk van ze gehouden wordt. Geen mitsen en maren, geen als-dan, geen haken en ogen. Maar gewoon: dit geef ik aan jou, omdat ik het fijn vind om het je te geven. Punt.
Niet omkopen, maar gewoon gaan zingen
Dat betekent wel dat op een andere manier voor elkaar moet krijgen dat de pyjama’s op tijd zijn aangetrokken en de tanden gepoetst zijn. Bij voorbeeld door te benoemen waarom ik het belangrijk vind dat die dingen gebeuren. Maar in ieder geval niet door ze om te kopen met aandacht en liefde. Als de kinderen mijn aandacht en liefde pas krijgen als ze eerst iets anders doen, dan ben ik bij lange na niet de vader die ik graag wil zijn.
Gelukkig gaat het vaak ook wel goed. In bed zei ik pas tegen Noek dat ik hem zo blij met hem was. ‘Maar dat weet ik toch al lang,’ was zijn antwoord. ‘Ja,’ zei ik, ‘maar ik voel het nu. Dus zeg ik het nu gewoon nog een keer.’ Noek kwam tegen mij aan liggen en vroeg ‘wil je dan nu nog een keer een liedje van de BeeGees zingen?’ Ik wrijf over zijn rug en schraap zachtjes mijn keel. Zingen is, zacht gezegd, niet mijn grootste talent. Maar ik wil hem dit graag geven. En blij met de wetenschap dat alleen Noek en Roos dit horen begin ik aarzelend te zingen: ‘I know your eyes in the morning sun. I feel you touch me in the pouring rain.’
Bron: gezinspiratie